Deze paragraaf geeft op hoofdlijnen inzicht in de diverse lokale heffingen en belastingen en in de
lokale lastendruk.
Lokale heffingen hebben tot doel dat de gemeente door het verwerven van eigen middelen dekking vindt voor haar uitgaven in het kader van de uitvoering van de gemeentelijke taken. De invoering, wijziging of intrekking van deze heffingen gebeurt via verordeningen die door de gemeenteraad worden vastgesteld. Een transparante kosten onderbouwing is onderdeel van het vaststellen van de verordeningen
De lokale heffingen kunnen worden ingedeeld in algemene belastingen, bestemmingsbelastingen en retributies (leges):
- Algemene belastingen: Deze belastingen dragen bij aan de algemene middelen van de gemeente en kunnen voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt waarvoor. Voorbeelden zijn de onroerende-zaakbelastingen, hondenbelastingen, forensenbelasting, (water)toeristenbelasting en precariobelasting
- Bestemmingsbelastingen: De opbrengsten van deze belastingen zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing. De gemeente mag niet meer dan de kosten die zij maakt voor de betreffende taak of voorziening
- Retributies (leges): Deze worden geheven voor specifieke diensten die de gemeente verleent en die een individueel voordeel opleveren, zoals het aanvragen van een paspoort of vergunning. Voor een aantal leges (bijvoorbeeld paspoort) wordt een maximum tarief landelijk vastgesteld. Andere voorbeelden zijn marktgelden, havengelden en begraafrechten.
Retributies mogen niet meer dan 100% kostendekkend zijn
De lokale heffingen zijn essentieel voor de financiering van gemeentelijke taken en vormen een integraal onderdeel van het gemeentelijk beleid.